Verwerking elementen
- Een stelploeg van twee personen plaatst elementen met behulp van een stelmachine op de kimlaag. Dat gebeurt volgens de meegeleverde wanduitslagen. Op het detailblad in het wanduitslagenboek staan voorbeelden van horizontale en verticale aansluitingen. Dit blad verklaart ook de symbolen in de wandaanzichten. Plattegronden geven alle wanden weer. Let hierbij vooral op de aangegeven kijkrichting;
- Gebruik voor het verkrijgen van een vlakke wand de meegeleverde kunststof doken. Plaats één dook per element in het dookgat wat het verst zit van de aansluitende stootvoeg;
- Bij een wand met een te grote speling zet u het laatste element aan de maat. Zet de eventuele ruimte in de voorlaatste voeg vol met Metselfix® of Kimfix® bij wanden met een sterkte hoger dan CS20. Houd bij beton- of staalconstructies over de volle hoogte van de aansluiting 10 mm ruimte;
- Bouwmuren beginnen en eindigen in principe altijd in de spouw van de voor- en achtergevel. Hierin vangt u eventuele toleranties in de lengte van de wand op. Wanneer er geen sprake is van een spouw, maar bijvoorbeeld van een geïsoleerd buitenpleister systeem of van een spouw met harde isolatie schenk dan extra aandacht aan de juiste maatvoering. De bouwmuren mogen dan niet in de spouw doorsteken;
Vrij wanduiteinde Wanduiteinde met staande voeg Wanduiteinde vertand
- Gebruik voor het hijsen van elementen een elementenklem, voor de passtukken een passtukkenklem;
Elementenklem Passtukkenklem
- Bij gebruik van metselprofielen stelt u de elementen vlak en loodrecht aan de steldraad. Bij gebruik van de korte stelpootjes zal, onder andere door gebruik van een waterpas, extra aandacht nodig zijn voor het vlak en te lood stellen van de elementen;
- Wanden bij het afschoren altijd controleren met een lange waterpas;
- De benodigde dilataties staan op de wanduitslagen;
- Voor de verwerking leveren wij zo nodig hulpmateriaal zoals mortels, lijmbakken, lijmscheppen en ankers.