Luchtdicht bouwen

Voor een zo laag mogelijk energieverbruik tijdens de gebruiksfase dient de gebouwschil goed luchtdicht te worden uitgevoerd. Luchtdichting werkt positief voor het thermisch comfort in de ruimtes door het voorkomen van tochthinder en verbetert de geluidsisolatie en rookdichting van wanden.

Vanuit het Bouwbesluit zijn minimum eisen gesteld aan de luchtdichtheid van een woning. De luchtdichtheid kan vooraf berekend worden, maar kan ook gemeten worden als de woning gereed is. Achteraf meten kan door het uitvoeren van een blowerdoortest. Aan de maximale hoeveelheid lucht die weglekt door kieren geldt een eis als totale hoeveelheid (bijvoorbeeld 200 dm3/s) of teruggerekend naar een waarde per m2 vloeroppervlak of per m3 volume, de zogenaamde qv10 waarde. Er kunnen vanuit de opdrachtgever via het bestek strengere eisen zijn gesteld of lage waarden gelden omdat deze zijn gebruikt in de berekening van de energieprestatie (BENG) van het gebouw.

In de praktijk kent men voor luchtdichting de klassen van 1 tot 3 waarbij klasse 1 het minimum is volgens bouwbesluit en klasse 3 wordt geëist bij passief huizen. Dus hoe hoger de waarde des te meer maatregelen nodig zijn om de voldoende kierdichting te verkrijgen. Bij klasse 3 hoort bijvoorbeeld bij draairamen een dubbele tochtdichting en meervoudige raamsluitingen.

  • klasse 1: basis: een maximale qv10 van 1 dm³/(s.m²)
  • klasse 2: goed: een maximale qv10 van 0,4 of 0,6 dm³/(s.m²)
  • klasse 3: uitstekend: een maximale qv10 van 0,15 dm³/(s.m²)
    Belangrijk is echter welke waarde bij de energieberekening van de woning is aangehouden of in het bestek wordt voorgeschreven.

Om te controleren of men aan de gestelde eisen voldoet kan men een blowerdoortest volgens, NEN 2686 en/of ISO 9972 uitvoeren. Men plaatst dan in de woning een grote ventilator en meet de hoeveelheid lucht die nodig is om een overdruk aan te brengen van 10 pascal. De ramen en deuren worden hierbij gesloten en alle ventilatieopeningen afgeplakt. Alle afwerking en kierdichtingen moeten dan al zijn aangebracht.

Luchtlekken
Door de kalkzandsteen zelf kan geen lucht stromen. Als de verwerker volgens de instructie alle lint- en stootvoegen goed vol en zat verlijmd of metselt kan ook door de wand geen lucht stromen. Zeker niet als deze ook nog eens voorzien is van een gebruikelijke dunne stuclaag die zorgt voor een volledige afsluiting van alle kieren en gaatjes in randaansluitingen en aanwezige dilataties. Zet de wandafwerking goed door tot op de vloer of let erop dat de stootvoegen van de kimblokken goed zijn verlijmd. Neem ter plaatste van de koude dilatatievoegen een wapeningsgaasje op in de stuclaag.

Uit de praktijk is gebleken dat luchtlekken meestal ontstaan bij doorvoeringen en aansluitingen. De grootste knelpunten zoals dakaansluiting op wanden en vloeren, dakdoorvoeren, dakramen en leidingdoorvoeren in de vloer van de meterkast en de aansluiting rondom het kruipluik weten de bouwers inmiddels wel goed luchtdicht te krijgen. Voor een goede luchtdichting alle gaten en kieren in de buitenschil van het gebouw (buitenwanden, dak en de begane grondvloer) goed afdichten. Hoe hoger de eis des te beter dienen alle kieren te worden afgedicht. Voor een goede raamaansluiting rondom het kozijn expanderend band aanbrengen (vooraf) of schuim (achteraf). Dit ter keuze van de aannemer / kozijnfabrikant. Voor hogere klassen zonodige randen afplakken.

Als er geen stuclaag of wandafwerking wordt aangebracht dienen eventueel aanwezige dilataties en randaansluitingen rondom de wand goed te worden afgedicht met een flexibel purschuim en afgewerkt met bijvoorbeeld een aftimmerlat of afdekstrook. Belangrijk is dat de voegen volledige zijn gevuld en geen kleine kieren meer zichtbaar zijn. Let met name op voegen en openingen in kasten, achter keukenkastjes en in wanden op de zolderverdieping omdat men deze niet altijd voorziet van een stuclaag. Zorg dat de stootvoegen van de kimblokken goed gevuld zijn. Dit geldt ook bij wanden met vellingblokken als deze toegepast worden in de buitenschil.

Als alle afdichtingen goed zijn uitgevoerd kan worden voldaan aan klasse 3. Aandacht gaat dan vooral naar draairamen (dubbele tochtdichting en meerdere knelsluitingen per draairaam). Afhankelijk van de hoeveelheid strekkende meter aanwezige naad en de gestelde eisen is het soms goed de naden af te plakken met tape, bitumen of een dikke flexibele coating.

Fijn leefklimaat
Bij een goede luchtdichting hoort ook een goede ventilatie. De ventilatie dient voor voldoende toevoer van verse lucht en voldoende afvoer van vocht in de woning. Daardoor ontstaat een fijn leefklimaat voor bewoners. Zorg daarom voor goede ventilatievoorziening en voldoende draairamen zodat ruimtes dagelijks goed gelucht kunnen worden.

Zoals in het begin gesteld, werkt een goede luchtdichting ook positief voor de geluidsisolatie van wanden. Werk daarom alle woningscheidende wanden luchtdicht af. Kleine kiertjes en gaatjes kunnen de geluidsisolatie sterk negatief beïnvloeden maar voor deze kieren geldt “luchtdicht is geluidsdicht’’. Ook voorkomt men zo dat bij ankerloze spouwmuren luchtlekken kunnen ontstaan via de luchtspouw.

Conclusie:
Een luchtdichte woning bereikt men het eenvoudigst door alle wanden te voorzien van een stuclaag. Hiermee worden alle kieren en naden in en rondom de wand voldoende luchtdicht afgewerkt. Ook wordt hiermee de geluidsisolatie tussen ruimten verbeterd. Daarna nog aandacht voor alle doorvoeringen, kozijn-, dak- en vloeraansluitingen en het energieverbruik door luchtlekken is hiermee tot een minimum beperkt.

Lees het artikel ‘kalkzandsteen biedt solide basis voor luchtdicht bouwen’ op de website van BouwTotaal voor de toelichting van onze productmanager en bouwbegeleider.

 

Technische specificaties

Bouwbesluit

Op dit moment is de eis voor woningen vanuit het Bouwbesluit voor de Qv,10, kar.-waarde ≤ 0,625 dm³/s.m² (luchtdichtheidsklasse 2). Controle op deze eis vindt plaats met blowerdoortesten. De praktijk laat zien dat de lagere Qv,10-waarde van 0,400 toegepast wordt om aansluiting te vinden bij de huidige EPC-eis van 0,4.