Verlijmen van stootvoegen vellingwanden

Vellingblokken kunnen voor een hogere verwerkingssnelheid (over het algemeen) verwerkt worden zonder lijmmortel in de stootvoegen, het zogenaamde ‘stootvoegloos’ verlijmen. De wanden hebben dan dezelfde brandwerendheid als wanden waar de stootvoegen wel van zijn verlijmd.

In een aantal situaties moeten de stootvoegen wel verlijmd worden of achteraf minimaal éénzijdig 3 mm in de vellingkant worden afgedicht. Dit is in de situaties met:

  • Hogere eisen voor geluidsisolatie;
  • Beperking van de luchtdoorlatendheid, bijvoorbeeld bij geïsoleerde binnenspouwbladen, of wanden tussen een kantoor- en bedrijfshal;
  • Wanneer van tevoren vast staat dat de wanden worden voorzien van een kleur-, of structuur afwerking.

* De waarden voor de V150 zijn geïnterpoleerd uit de waarden van de V100 en de V214 blokken.

Bij (enkelzijdige) afwerking van de wand met bijvoorbeeld een stuclaag, heeft de wand de geluidsisolatiewaarde van een massieve wand met vergelijkbare dikte.