Metselen van stenen en blokken

Metselwerk uitvoeren met voegen van 10 tot 12 mm. Stenen op lengte hakken met een troffel of metselaarssabel.  Met metselwerk kunnen ook makkelijk wanden gemaakt worden met een zeer  sterke ronding.

  • Metselblokken plaatst u bij vuil werk koud tegen elkaar aan. Bij het aanbrengen van de mortel voor de volgende lintvoeg zet u de verticale voegen vol;
  • Zorg dat de overlap (het verband) minimaal 0,4 maal de hoogte van het blok of steen bedraagt. Een metselblok  M 100/240 moet dus een overlap hebben van 0,4 x 240 mm = 96 mm;
  • Gebruik als metselmortel Calduran Metselfix®. Deze mortel is soepel verwerkbaar, voldoet aan NEN-EN 998-2 (metselmortels) en heeft een KOMO-certificaat volgens BRL1905 (beoordelingsrichtlijn mortels voor metselwerk);
  • Door de lichte kleur van Metselfix® ontstaan er minder snel vlekken. De mortel heeft een sterkte van 10 N/mm² (kwaliteit M10). Bij gebruik van Calduran Metselfix® is voorbevochtigen van de stenen niet nodig;
  • Als u geen Calduran Metselfix® gebruikt, dan hebben stenen en metselblokken een vochtgehalte nodig van 5 tot 8 massaprocenten. Bevochtig dan bij droog weer en bij verpakte materialen de kalkzandsteen producten een dag van tevoren overvloedig met leidingwater. Indien u bij verwerking wilt controleren of de producten voldoende vochtig zijn, voert u de kruisproef uit.

Kruisproef 

Bij de kruisproef neemt u een metselsteen of -blok, spreidt mortel op die steen en plaatst er vervolgens een ander blok of steen kruislings op. Wanneer u na enkele minuten de stenen van elkaar haalt, dan moet op beide hechtvlakken ongeveer evenveel mortel zijn achtergebleven. Is dat niet het geval, dan zijn de stenen meestal te droog en moet u ze nat maken.