De maximale wandlengte die is toegestaan vanuit de krimpvervorming staat aangegeven in onderstaande tabel. Hierbij wordt uitgegaan van een dragende wand op een niet-doorbuigende ondergrond zoals een funderingsbalk. De maximale lengte wordt mede bepaald door gekoppelde dwarswanden aan de uiteinden, die de wand belemmeren om te krimpen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
Voorbeeld massieve bouwmuur van 300 mm
Deze bouwmuur heeft aan de uiteinden akoestisch ontkoppelde dwarswanden van 100 mm dik. In de tabel is af te lezen dat voor een wanddikte groter dan 200 mm en een verdiepingshoogte van 2,7 meter de maximale wandlengte bij onbelemmerde uiteinden 10 meter is. Als er ter plaatse van deze bouwmuur een trapgat aanwezig is wordt geadviseerd de wand in verband met de grote belastingsverschillen hier te dilateren.
Voorbeeld ankerloze spouwmuur van 120 mm
Vanwege de benodigde stabiliteit is de 100 mm langsgevel aan de uiteinden met een verlijmde loodvoegverbinding gekoppeld aan de ankerloze spouwmuur. Deze langsgevel is dunner dan de te beschouwen wand van 120 mm. Dit betekent dat de uiteinden buigslap zijn verbonden. In de tabel is af te lezen dat voor een wand dunner dan 200 mm met een verdiepingshoogte van 2,7 meter de maximale wandlengte 5,95 meter is. De meeste bouwmuren zijn meer dan 8 meter lang. Dit betekent dat de ankerloze spouwmuur ongeveer in het midden gedilateerd moet worden. Hierdoor ontstaat een wand die aan 1 zijde buigslap is verbonden en aan de dilatatiezijde onbelemmerd is. De maximale wandlengte is dan 7,85 meter.