Houd in principe boven en onder iedere kozijnopening een dilatatievoeg en zet deze door bij aanwezige lateien. De latei glijdend opleggen en de dilatatie op de kop van de latei doorzetten. Bij kozijnopeningen breder dan 1,6 maal de borstweringhoogte aan beide zijden dilateren. De uitvoering van de dilatatie hangt af van de ondergrond. Staat de wand op een doorbuigende ondergrond, voer dan de dilatatie uit met een gevulde voeg van 10 mm.